Het geslacht Lock
Lucq, Luc, Luck, Luk, Locq, Lock, Lok, Luijck, van der Luck, van der Luijck.
I Adriaen Pietersz Luck (’ tluck, Lock)
Deze heeft zijn gehele leven als landbouwer te ’ s-Gravenzande doorgebracht. Uit de kohieren van de tiende penning lopende over de jaren 1553, 1557, 1561 en 1562 (1) blijkt, dat hij een uitgebreid boerenbedrijf bezat, waardoor hij tot de vooraanstaande personen uit de omgeving behoorde. Op 10 september 1562 verklaarde Lodewijk van den Binckhorst (2), baljuw en schout van ’s-Gravenzande, dat hij naar "inhoudt der placaten" vier schepenen van ’s-Gravenzande onder wie Adriaen Pietersz Luck de vereiste eed heeft afgenomen als taxateurs van de 10e penning en in een akte van 11 september 1562 verklaarden de taxateurs, met uitzondering van één die inmiddels overleden was,dat er geen goederen waren waarvoor de 10e penning verschuldigd was dan die welke in het kohier vermeld waren (3). Enkele malen bijv. in de jaren 1549 en 1558 kwam hij voor als burgemeester er stede van ’s-Gravenzande(4). Verder verscheen hij tal van keren als schepen. Bijv. op 2 en 3 oktober 1561 verklaarden schepenen van ’s-Gravenzande, dat Arijen Pietersz Luck en Willem Willemsz "onze medeschepenen" "een huijs ende erve staende ende gelegen aende lange straet" te ’s-Gravenzande verkocht hadden voor 28 ponden vlaems(5). Hij zal geboren zijn circa 1510 (in 1543 werd zijn zoon Doe geboren en in 1544 betaalde hij de 10e penning voor zijn huis en landerijen) en overleden zijn circa 1570, na welk jaar zijn bovengenoemde zoon Doe als burgemeester en schepen genoemd wordt. In het archief van het gasthuis te Delft wordt hij genoemd "Adriaen Pietersz alias Lock van `s-Gravenzande" (6) In verschillende akten lopende over de jaren 1552 tot 1555 komt hij voor onder de naam Adriaen Pietersz tLuck. Op 12 december 1554 wordt hij onder die naam vermeld als één der vier "minlicke segluijden ende arbijters" (7) en op 13 mei 1553 staat genoteerd "Aldus geschie ter precencie van Adriaen Pietersz tLuck burgemeester" (8). Misschien is de schrijfwijze tLuck een vingerwijzing naar de oorspronkelijke betekenis van de familienaam. In een akte van 22 april 1558 wordt zijn zuster genoemd in de passage "ten versoucke van Arijen Luck als voocht van zijn zuster Maritgen Pietersdr weduwe wijlen Arijen Jansz" (9). In een akte van 16 februari en 16 juni 1593 werden vier van zijn kinderen bij elkander vermeld, nl. Doe, Willem en Pieter Arentsz Luck, voogden over Pellenaer Lenerts, "tnaegelaten weestkint van wijlen sa Jannetgen Adriaensdr hare suster" (10). Daarnaast lijkt sprake van een jong gestorven dochter welke getrouwd zou zijn geweest met Jan Dirksz Luck, geboren circa 1538, overleden 1593.Kinderen: |
|
1 |
Jannetje Adriaens Luck |
2 |
Doe Adriaens Luck, geboren 1543, overleden 1618 |
3 |
Willem Adriaensz Luck, geboren 1547, overleden 1595 |
4 |
Pieter Adriaens Luck, geboren circa 1562, overleden circa 1617 |